Deze maand een figurale pijp met een mythologisch dubbelgezicht mogelijk een faun met open mond, bladertooi en lange baard.
Het gezicht links heeft een omhoogstekende snor en uitgestoken tong en het gezicht rechts heeft omhoog stekende wenkbrauwen. Gouda, 1850-1890.
Vindplaats Waddinxveen.
Collectie en foto Bert van der Lingen
Deze maand tonen we een leuk pijpje waarop letterlijk staat afgebeeld waar het pijpje voor bedoelt is. We zien op de linkerzijde van de ketel een bellend blazend jongetje en op de rechterzijde van de ketel een bellenblazend meisje. Wie vandaag de dag kinderen ziet bellenblazen door een ringetje met kant-en-klare zeepoplossing uit een plastic koker zal – als hij of zij tenminste hoort tot de generatie van voor of even na de oorlog – zich misschien herinneren hoe in vroeger dagen daarvoor een echte stenen pijp gebruikt werd met een eigenhandig van groene zeep geklopt sopje.
Gemaakt door de firma Ewald Spang, Baumbach, Westerwald (Duitsland), 1927-1970.
Vindplaats Vlissingen.
Collectie en foto Aad Kleijweg.
Literatuur: Fred Tymstra en Ferrie Kompier, Pijpen als kinderspeelgoed. PKN 14 (54), p.346, afb.2a.
Ditmaal een fragment van een figurale pijp waarvan de tabaksketel in de vorm van een zittende Zouaaf. De soldaat draagt een volle bepakking en een zwaard. Op zijn rugzak zit een hond. Aan de onderzijde van de steel zijn gestileerde bladeren aangebracht.
Tabakspijpen met een zouaaf waren populair in de periode 1860-1900 en zijn door verschillende fabrikanten gemaakt waaronder de Franse firma Gambier.
Een fraai voorbeeld van een dergelijke pijp is te zien op de website van Gambier verzamelaar Arthur van Esveld.
De fabricageplaats en fabrikant van de hierboven afgebeelde pijp is onbekend.
Wie hier meer informatie over heeft kan contact opnemen met de redactie.
Collectie en foto Jos Engelen.
Ditmaal een fraai exemplaar van een Staffordshire pijp.
Kleurrijk en fraai gevormd is deze zogenaamde Staffordshire pijp uit de periode 1790-1810. De steel is in cirkels en krullen gevlochten en op weerszijden van de ketel is een staand figuurtje afgebeeld.
Er zijn twijfels ontstaan of deze pijpen wel in Staffordshire zijn gemaakt en/of dat de productie elders in Groot-Brittannië plaats heeft gevonden. Mogelijk zal onderzoek van Peter Davey hier op een later tijdstip uitsluitsel over kunnen geven.
Als iemand meer informatie over de productie van dit soort pijpen heeft dan kan hij of zij zich bij voorbaat melden bij Ruud Stam.
Collectie Ruud Stam
Foto Reindert Lenselink
Deze maand een vroege spotpijp van de Franse firma Fiolet.
Vermoedelijk wordt hier de spot gedreven met Napoleon III. Karel Lodewijk Napoleon Bonaparte (1808-1873), ook wel Lodewijk Napoleon genoemd, was president van Frankrijk (1848-1852) en keizer van Frankrijk als Napoleon III (1852-1870).
Door zijn levensstijl was hij weinig geliefd. Hij stortte Frankrijk in de Frans-Duitse oorlog en verloor deze smadelijk in 1870.
Collectie Ruud Stam
Foto Ron de Haan
Deze maand een Tabakspijp met ovale ketel en een spoor.
Op de linkerzijde staat in reliëf het gekroonde merk ‘man op de kwakel’. De scherpe details in de koningskroon laten zien dat de pijp in een vrij nieuwe mal is gemaakt. De man draagt een ronde hoed en laat zijn armen rusten op de leuning van de hoge brug.
De pijp is gevonden in Amsterdam en is vervaardigd in Gouda rond 1740-1750.
Het merk¹ ‘man op de kwakel’ was in deze periode eigendom van Pieter Thoen (1739-1754) en Jan de Mol (1754-1799)
Privé collectie
Foto Bert van der Lingen
Deze maand een Zwaar gerookte abakspijp met met dubbelconische ketel.
Links staat een melkmeisje uitgebeeld met een juk waaraan twee emmers en rechts staat een koe uitgebeeld met kromme hoorns.
De pijp is zwaar gerookt en na breuk langs de bovenrand verder door gerookt.
De pijp is gevonden tijdens opgravingen in de dorpskern van Nieuwveen.
Deze in Gouda vervaardigde pijp dateert uit 1670-1690.
Collectie Historische Kring Liemeer
Foto Bert van der Lingen
Deze maand een Figurale pijp met tabaksketel in de vorm van het hoofd van een Turk met snor, baard en tulband.
Rondom het hoofdeksel zijn parelkettingen aangebracht en op de voorzijde is een chelengk (çelenk) bevestigd, een decoratie die door de Ottomaanse heersers (de sultans van Turkije), werd verleend en gewoonlijk met edelstenen of parels was versierd.
Aan de onderzijde van de ketel is het merk WL gekroond gestempeld. De laatste eigenaar van dit merk was Hendrik van der Pool uit Gouda die werkzaam was in de periode 1839-1874.
Vindplaats is Amsterdam.
Collectie en foto Bert van der Lingen
Deze maand een figurale tabakspijp met een ketel in de vorm van een hoge dameslaars.
De steel komt uit de neus van de laars. Langs de schacht lopen horizontale banden en aan de bovenzijde hangt een omgeslagen stuk. Zowel op de ketel als op de steel zijn resten van de oorspronkelijke gele lak zichtbaar.
Deze pijp is wat afwijkend van model omdat de steel meestal vanuit de hak van de laars steekt.
Vindplaats Amsterdam, gemaakt in een onbekende Goudse werkplaats, 1870-1900.
Collectie en foto Bert van der Lingen
Deze maand een eind negentiende eeuwse pijp van de Goudse firma Goedewaagen, die werd aangeboden onder de naam aapjeskopfiguur.
De pijp is bij Goedewaagen tussen 1880 en 1915 geproduceerd.
De mal is afkomstig van Duméril uit Saint-Omer in Frankrijk en is door Goedewaagen daar aangekocht.
De pijp draagt nog op de steel de letters D.B. ( een afkorting van de fabrikantennaam Duméril et Bouveur ) en ook het oorspronkelijke catalogusnummer 750.
De pijp is onder nummer 509 opgenomen in het Goedewaagen bestand. Zie de catalogus van 1906.
Deze in meerdere kleuren geglazuurde pijp van de firma Gambier (Givet, Frankrijk) met nummer 1165 heeft in de fabrikantencatalogus de naam ‘Oiseau voyageur’ gekregen. Deze pijp is al opgenomen in de modellencatalogus van 1868, de oudst bekende catalogus van Gambier. De vogel met zijn hoge hoed en laarsjes is als een deftige reiziger afgebeeld.
Collectie Ruud Stam, foto Reindert Lenselink.
De pijp van de maand december is een groot formaat Engelse kerstpijp met het steelopschrift ‘A Merry Christmas & a Happy New Year’. De tabaksketel, met een hoogte van maar liefst 8,5 centimeter, is in de vorm van het hoofd van Father Christmas met hulsttakken rond het hoofd. Father Christmas was de Engelse personificatie van het kerstfeest. De steel is afgebroken maar bijtsporen laten zien dat de pijp ook na breuk is door gerookt. Dergelijke pijpen werden behalve voor consumptie van tabak ook gemaakt voor reclame doeleinden. De pijp komt uit een onbekende Engelse werkplaats en is gemaakt in de periode 1890-1920.
Collectie en foto Bert van der Lingen